De Centrumregeling is in 2016 geëvalueerd en op basis daarvan is een aantal veranderingen doorgevoerd in de werkwijze, taakverdeling en bedrijfsvoering. In 2017 hebben de betrokken raden en colleges een aangepaste Centrumregeling vastgesteld en op basis hiervan zal het eerste kwartaal 2018 een nieuwe Dienstverleningshandvest (door het college) en inrichtingsplan (ambtelijk) worden vastgesteld.
Ten aanzien van de regionale inkoop Jeugd worden voorbereidingen getroffen om vanaf 2019 meerjarige contracten af te sluiten. De inkoop 2018 is nog zoveel mogelijk gericht op continuïteit (voortzetting subsidies en verlenging contracten). Wel is er een nieuwe verdeling afgesproken tussen lokale en regionale inkoop; vanaf 2018 worden jeugd-GGZ en dyslexie lokaal ingekocht.
De Flevolandse gemeenten hebben een nieuw beleidskader voor de regionale taken Wmo ontwikkeld; het Regionaal Kompas 2018-2020. Dit kader bevat de speerpunten in het beleid voor de ondersteuning van dak- en thuislozen, zorgmijders, zwerfjongeren, ex-gedetineerden, verslaafden, slachtoffers van huiselijk geweld en kindermishandeling en mensen die gebruik maken van beschermd wonen. Voor de uitvoering van de regionale taken Wmo ontvangt gemeente Almere jaarlijks een doeluitkering van ruim € 54 miljoen waarmee ondersteuning wordt ingekocht voor inwoners van Flevoland die onder de doelgroep van de regionale Wmo-taken vallen.
Een belangrijk onderdeel van het Regionaal Kompas is het verbeteren van de hulpverlening aan personen met verward gedrag. Hiervoor is met alle gemeenten, cliëntenorganisaties en belanghebbende Flevolandse partijen een plan van aanpak ontwikkeld om er voor te zorgen dat er uiterlijk 1 oktober 2018 sprake is van een sluitende keten. Landelijk wordt de voortgang van de aanpak gemonitord. De focus ligt op de inclusieve samenleving (niemand tussen wal en schip), een regionaal meldpunt 24/7 voor deze doelgroep, juiste en snelle beoordeling, passend vervoer naar de hulpverlening en het verbinden van de samenhang tussen zorg en veiligheid. Zowel op beleidsniveau als ook op  uitvoeringsniveau (het Interventieteam) is gemeente Dronten nauw betrokken bij deze ontwikkelingen.
De bedoeling is dat vanaf 2020 of later alle gemeenten inhoudelijk en financieel verantwoordelijkheid dragen voor deze nu nog regionale taken. Vooruitlopend hierop is, op kosten van het regionale budget, in Dronten een experiment gestart voor maatschappelijke opvang van gezinnen in één woning om te voorkomen dat kinderen in een opvang voor dak en thuislozen terecht komen.

Op basis van de septembercirculaire (ten opzichte van de meicirculaire) zien we een lichte daling van de budgetten voor Jeugd en re-integratie. Bij Wmo zien we een stijging voor de Huishoudelijk Hulp en een lichte daling bij Maatwerk Begeleiding (Wmo nieuw).

Budgettaire ontwikkelingen Wmo

Bij de Wmo zien we een stabiel beeld. Wel nemen de inkomsten uit de Eigen Bijdrage verder af. Dit komt door veranderende regelgeving vanuit het rijk en waarschijnlijk ook door stapeling van voorzieningen bij huishoudens.

Budgettaire ontwikkelingen Jeugd

Uit de eerste halfjaarrapportage Sociaal Domein (najaar 2017) blijkt ten aanzien van Jeugdhulp een trendbreuk ten opzichte van 2015 en 2016. Het beeld vanuit het derde kwartaal is dat het tekort op de Jeugdhulp verder groeit; zowel lokaal als regionaal. De belangrijkste oorzaak voor het tekort is dat meer jeugdigen een beroep doen op jeugdhulp, ten opzichte van 2016 een stijging van circa 20%. Uit de nadere analyse van de regionale data volgt dat in Dronten relatief veel jeugdigen in residentiële behandelgroepen verblijven. Dit zijn de duurste residentiële voorzieningen. Het aantal pleeggezinnen in Flevoland is niet toereikend om aan de vraag te voldoen. Het komt daarom voor dat jeugdigen waarvoor pleegzorg passend is, geplaatst worden in een minder passende en duurdere voorziening (gezinshuis of behandelgroep).
Uit nadere analyse van de lokale data volgt dat de overschrijding met name wordt veroorzaakt door toename van het aantal specialistische behandelingen op offertebasis (met name systeemtherapie).
Op basis van de analyse zijn onder meer de volgende maatregelen in gang gezet:

• Regionale afspraken o.b.v. het Zorglandschap Jeugd, ontwikkeling van alternatieve verblijfsvormen, ombuiging behandelgroepen met 50% in de komende 4 jaar;
• Eén van de gedragsdeskundigen is verantwoordelijk gemaakt voor het monitoren van de inzet van residentiële jeugdhulp in het vrijwillig en het gedwongen kader;
• Pleegzorgcampagne 2018 specifiek gericht op Dronten;
• Werkproces voor offertes aangescherpt en meer controle op de inzet.

De eindcijfers 2017 regionaal en lokaal zijn verwerkt in de jaarrekening.

Budgettaire ontwikkelingen Participatiewet

Bij de Participatiewet is het financiële beeld gelijk bleven. De uitgaven blijven binnen de geraamde begroting; de begroting is echter opgehoogd met een bijdrage uit de bestemmingsreserve. De inkomsten uit de integratie-uitkering van het rijk zijn niet voldoende om de uitgaven structureel te dekken.

Samenvattend

We constateren dat over het geheel de uitvoering van de Participatiewet en Jeugdwet
niet uitkomt met het beschikbare budget en dat bij de Wmo vooralsnog voldoende ruimte is. Door het hogere tekort op de Jeugdwet zal de ruimte in de bestemmingsreserve niet meer voldoende zijn om de tekorten te dekken. Het resterende tekort op het Jeugdbudget is aangevuld uit de algemene reserve.

Evaluatie Beleidsplan Transitie Sociaal Domein 2015 - 2018

De eerste fase van de evaluatie (zelfevaluatie en informatie verzamelen) is medio december afgerond. Naast interne organisatie en bestuur zijn ook partners uit het voorveld en de cliëntenraad (OBD) in deze fase betrokken. Daarnaast zijn de afgelopen periode een aantal 'quick scans' uitgevoerd op de thema's Dronter Koers en bedrijfsvoering & inkoop. De tweede fase (objectief beeld door onafhankelijk bureau van zelfevaluatie) is gestart in december en zal eind eerste kwartaal opgeleverd worden. We verwijzen u hiervoor naar de raadsinformatiebrief (u18.005572).

Implementatie nieuw sturingsinstrument

Afgelopen najaar zijn voorbereidingen getroffen voor de implementatie van een nieuw sturingsinstrument. Dit sturingsinstrument geeft inzicht in trends en achtergronden van verschillende profielen huishoudens en hoe deze zich ontwikkelen. Met deze informatie is het mogelijk om beleidsdoelen concreter te formuleren en een begin te maken met het sturen op maatschappelijke effecten. In het eerste kwartaal van 2018 zien we de eerste test resultaten. Op basis van de kengetallen van de jaarrekening (aantal gebruikers en uitgaven) is er een tweede oplevering gepland in het derde  kwartaal.